Als school kiezen we als omgangs- en instructietaal bewust voor het Algemeen Nederlands. Dit betekent dat alle leerkrachten, het ondersteunend personeel en de directieleden deze taalvariëteit gebruiken in de dagelijkse communicatie met elkaar, leerlingen, ouders en externe partners. Ook leerlingen gebruiken deze verzorgde taalvariant in hun communicatie met de genoemde partners.
Enerzijds verwachten we als school dat ouders en leerlingen, die een andere thuistaal hebben of thuis een andere taalvariëteit hanteren, een inspanning leveren om hun taal aan te passen in schoolcontext. Anderzijds maken we als school duidelijk dat we respect hebben voor de andere taalvariëteiten en de thuistaal.
Ons streefdoel is de leerlingen talig op te voeden en ervoor te zorgen dat ze aanvoelen in welke context ze voor welk taalregister of welke taalvariant kiezen. De nadruk ligt hierbij altijd in de eerste plaats op een respectvolle manier van communiceren.
We vertrekken binnen de klasmuren van het principe ‘Elke leerkracht is een taalleerkracht’ en dus levert het volledige lerarenkorps een inspanning om het taalniveau van de leerling te verbeteren, rekening houdend met het verschil in voorkennis. We voorzien daarom zoveel mogelijk spreekkansen tijdens de lessen en sturen bij waar nodig.
We zorgen voor een duidelijke instructietaal en gebruiken een eenduidig vakjargon en maken hieromtrent ook afspraken binnen de vakwerkgroep. De school heeft aandacht voor zowel de interne als de externe geschreven communicatie. Een brief, rapport … wordt opgesteld in de huisstijl. We respecteren de NBN-normen en lezen alle communicatie na voor die verspreid wordt.
Ook onze leerlingen streven een gepaste, correcte, aantrekkelijke en duidelijke geschreven communicatie na in stageverslagen, eindwerk, zakelijke brieven, e-mailverkeer … We proberen dit alles te realiseren door enkele concrete actiepunten uit te werken in de werkgroep taalbeleid (ondersteund door de vakwerkgroep Nederlands).